Het dorp heeft 172 inwoners, 620 schapen en 380 geiten. Het is ongeveer 11 km landinwaarts vanaf de hoofdweg en de zee. Orinó stond al in de Venetiaanse volkstelling vermeld als Orno en had op dat moment 217 inwoners.
In het dorp Orinó staan oude huizen met walnotenbomen, druiventrossen, bloemen en fruitbomen. In de zomer stroomt een riviertje door het dorp en zijn er wandelpaden om te verkennen. Voor wie even een korte stop wil maken in het dorp is er een kafenion waar je een drankje of een klein hapje kunt bestellen.
Rijd omhoog vanuit het dorp naar waar het E4-wandelpad passeert, en je krijgt een fantastisch uitzicht over het dorp, de bergen, de zee en de weg naar beneden naar Stavrochori.
Als je door het dorp rijdt of loopt kom je uit bij een mooi kerkje, vanwaar je neerkijkt richting de zee. Beroemd is de kloof die tussen het dorp en de zee ligt. De kloof van de rode vlinders begint bij het kleine bos van Koutsouras en eindigt slechts 2 km ver van Orinó. Of loop het van boven naar beneden; het duurt ongeveer 3-4 uur om te lopen (beginnend vanuit het dorp Orinó en voorbij het wilde deel van de Orinó-kloof).
Hoe bereik je Orinó ?
Er zijn verschillende wegen die u kunt nemen. De snelste is om opwaarts te rijden vanuit Kolymbos, net na Galini.
Een andere optie, en een mooie, is om naar Agios Ioannis te rijden (vanuit Koutsounari, niet ver van Ierapetra) en vandaar (langs Psychro) naar Schinokapsala en dan naar Orinó.
En de derde optie is om van Koutsouras naar Stavrochori en vandaar naar Orino te rijden. De weg van Stavrochori naar Orino is grotendeels stoffig en niet altijd in superconditie, maar meestal goed genoeg voor elke auto.
Er is een vierde weg, de meest avontuurlijke en mooiste, is een bergweg vanuit Thrypti, maar daar heb je een 4WD voor nodig.
